We kunnen een heleboel opsommen dat nog niet goed is in Suriname en dat doen we als natie dan ook met veel overtuiging, althans via de radio en de krant. Wie goed nadenkt over de Surinaamse ontwikkelingsproblematiek kan gemakkelijk zien, dat we een opdracht hebben die niet zo eenvoudig is als we graag zouden willen.
Het begint met de omvorming van de economische orde. Suriname was en is in veel opzichten nog een wingewest, dat we moeten omvormen naar een voor zichzelf werkende natie, die als kleine economie toch gelijkwaardig kan participeren in de regionale en wereldeconomie. Een duurzame economie, waarbij het eigen volk in de eerste plaats voordeel heeft aan dat wat het land te bieden heeft en waarbij de economische betrekkingen met andere landen in belangrijke mate gericht zijn op het benutten van kansen op economisch voordeel. Daarnaast zal de interne economische organisatie er een moeten zijn waarbij zoveel mogelijk Surinamers participeren in het economisch proces om zodoende voor zichzelf inkomen te genereren dat een menswaardig bestaan waarborgt. Dit houdt in dat de nationale economische orde mogelijkheden moet scheppen voor zoveel mogelijk surinamers om duurzaam productief te zijn.
Als we kansen willen scheppen voor mensen van beide geslachten en als alle culturele groepen enerzijds als Surinamers solidair moeten zijn met elkaar en anderzijds herkenbaar moeten blijven, zal er beleid moeten worden gevoerd dat zelfexpressie, zelfrespect en respect van de ene Surinamer voor de andere sterk bevordert en benadrukt. Dit zal grote eisen st
Om het bereiken van de genoemde doelen een kans van slagen te geven, is het politiek bestuurlijk indelen van Suriname een prioriteit. De macht over en de verantwoordelijkheid voor de directe omgeving moeten dichter bij het volk worden gebracht. Dit houdt in dat de bestuurlijke eenheden zoals districten, steden, dorpen etc. eindelijk bij wet moeten worden vastgelegd, evenals de bevoegdheden en verplichtingen van die lokale bestuurlijke structuren en de manier waarop ze worden gekozen. De politiek bestuurlijke orde zal dus moeten worden gewijzigd in het belang van het vestigen van een in alle opzichten duurzame samenleving. Dit is ook een ingrijpend proces.
Al de noodzakelijke veranderingen in onze gemeenschap zullen niet mogelijk zijn zonder even ingrijpende wijzigingen in ons educatief systeem. Hierbij gaat het vooral om de ontwikkeling van onze kinderen en jongeren tot Surinamers met een goed ontwikkeld gevoel van eigen waarde, erkenning van de waardigheid van andere mensen, begrip van het speciale en waardevolle karakter van hun samenleving en het vermogen zelfstandig te denken en te beslissen. Nieuwe Surinamers, die in staat zijn voor zichzelf in eigen omgeving een goed bestaan op te bouwen op een wijze die ook het belang dient van de gemeenschap waartoe ze behoren.
De uitvoering van deze ontwikkelingsopdracht wordt gehinderd door een onafgebroken politieke bemoeienis van de voormalige kolonisator, die voor het belangrijkste deel onder de horizon van de nationale en internationale politiek wordt gehouden. Deze rem op onze ontwikkeling en de serieuze pogingen tot rekolonisatie zijn daardoor voor grote delen van het volk niet zichtbaar en zelfs voor vele politici van beide landen niet duidelijk.
Het huidige internationaal politiek/economisch systeem is niet gunstig voor het bereiken van de gestelde nationale doelen, omdat het duidelijk in dienst staat van de gevestigde grootmachten. Klakkeloos opvolgen van de eisen en voorwaarden van internationale economische instituten die het systeem ondersteunen, ontneemt vooral kleinere landen de mogelijkheid om in eigen land een eigen koers te bepalen.
Naast dit alles lijkt het er steeds meer op, dat het klimaat ons in de komende jaren en decennia voor grote uitdagingen zal plaatsen en is de mogelijk afnemende beschikbaarheid van aardolie zonder dat de wereld op tijd alternatieven heeft ontwikkeld, een punt van grote zorg. Aangezien met name aardolie de motor is van de moderne wereldeconomie en in vrijwel elk productieproces een belangrijke rol vervult, verwachten vele internationale analysten economische crises door schommelende en stijgende aardolieprijzen en de daaruit voortvloeiende prijsstijgingen voor bijna alle producten en diensten, maar vooral ook van voedingsmiddelen.
Ondanks de genoemde hinderissen, willen we in ons land een economisch stabiele gemeenschap vestigen, waarin mensen materieel gezien een menswaardig bestaan kunnen opbouwen in duurzame relatie met hun natuurlijke omgeving, terwijl de wederzijdse relaties tussen burgers voornamelijk positief en stimulerend zijn. Geen eenvoudige opdracht, die niet zonder volgehouden en gerichte inspanning kan worden volbracht. Inzicht, moed, enthousiasme, politieke en maatschappelijke wil zullen hard nodig zijn voor het realiseren van deze droom.
Inzicht is erg belangrijk als het erom gaat samen met anderen de kernvraagstukken te identificeren en geïntegreerde oplossingsmod
Het enthousiasme geeft ons de inzet die nodig is en de innerlijke motivatie om te met doorzettingsvermogen te werken aan planning en uitvoering en helpt ons anderen te motiveren om zich te verbinden aan het bereiken van de gestelde doelen en om hun schouders te zetten onder het werk dat daarbij noodzakelijk is.
De moed is nodig wanneer in de uitvoering wordt gestuit op diverse problemen en bij het overwinnen van verzet van machtige personen en instanties in binnen- en buitenland, die van mening zijn dat hun belangen door veranderingen zullen worden aangetast. Moed is ook nodig omdat het overgaan naar een andere manier van denken, werken en met elkaar leven door de menselijke angst voor verandering, meestal behoorlijk wat spanningen en weerstanden oproept, zelfs bij mensen die in principe de veranderingen voorstaan. Het vereist moed om macht te delen en structurele patronage te vervangen door werkelijke participatie en gedeelde verantwoordelijkheid. Het vereist verder nogal wat durf om ook bij jezelf en je medestanders het denken en het gedrag te veranderen, zodat het project van paradigmaverschuiving werkelijk kan worden uitgevoerd. Ten slotte moeten we de moed kunnen opbrengen om de grenzen van ons eigen kunnen te erkennen en kritisch ons werk te bekijken.
Veel wordt in dit proces van ontwikkeling verwacht van de leiders, maar succes zal er niet zijn zonder de maatschappelijke wil, bij grote delen van de gemeenschap om de schouders onder het werk te zetten.
In de formulering van het programma van de NDP, zijn we onder andere van het hierboven beschreven veranderingsproces uitgegaan. Bij het vastst
1. De politiekbestuurlijke indeling van Suriname is van groot belang voor verdere decentralisatie van bestuur. De bestuurlijke eenheden, zoals districten, dorpen, gemeentes en steden en hun bestuurlijke organisatie, verantwoordelijkheden en beperkingen, moeten bij wet worden vastgesteld. Hier liggen kansen om oude vraagstukken op te lossen. Wettelijke vastlegging is de eerste stap. Daarna kan een decentralisatieproces worden uitgevoerd dat erop gericht is om aan de wettelijke structuren practische invulling te geven en ze in werking te st
2. De overheid moet veranderen van een overheid die de burger remt in zijn educatieve en economische ontwikkeling naar een overheid die het studeren en ondernemen actief stimuleert en daarvoor bewust de kansen schept. Het gaat daarbij in de eerste plaats om verandering van het karakter van de overheid van onnodig restrictief naar stimulerend. Een overheid die de burgers binnen vooraf afgebakende grenzen op verschillende gebieden veel meer vrijheid geeft, zonder aanzien des persoons. Het overheidsbeleid moet verschuiven van: “Niets mag, behalve als men speciale toestemming heeft”, naar: “alles mag, behalve als het verboden is.” Pas nadat deze paradigmaverschuiving binnen de overheid heeft plaatsgevonden kunnen we zonder grote risico’s het bestuur decentraliseren. Anders zullen we slechts de problemen die er nu zijn vermenigvuldigen.
3. Het scheppen van een positief zelfbeeld van de Surinamer, het versterken van de cohesie binnen onze gemeenschap en het bewust voeren van beleid waarin alle groepen in Suriname een waardige plaats hebben en solidair zijn met elkaar, is van het grootste belang. De voornaamste technieken die overheersers gebruiken bij het onderwerpen van volkeren zijn het wegnemen van zelfrespect, het vernietigen van het zelfbeeld en het invoeren van de ‘verraad voor lijfsbehoud’ cultuur onder de onderworpenen. Zolang de restanten hiervan niet met wortel en tak uit de Surinamer zijn uitgeroeid, zullen we geen evenwichtige welzijnssamenleving kunnen realiseren.
4. De primaire sectoren zoals landbouw en bosbouw zijn onmisbaar voor een duurzame economie. Ze vormen de basis voor een stabiele samenleving, geven ons de mogelijkheid om zelfstandig in de meeste van onze basisbehoeften te voorzien en moeten daarom veel meer aandacht en stimulans krijgen.
5. Onze niet hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen moeten, waar dat voor de financiering van de ontwikkeling naar een duurzame Surinaamse economie werkelijk noodzakelijk is, slechts zodanig worden ontgonnen, dat onze natie daar maximaal profijt van heeft. De overheid kan en moet investeren als dat nodig is, om ons aandeel in de winsten uit de sector te maximaliseren.
6. De deviezen genererende dienstensector moet op korte termijn optimaal worden ontwikkeld.
7. We zullen per onmiddellijk de structuren en instituten moeten versterken of inst
Dit alles zal maximale inzet en inspanning van ons vergen en het leiderschap zal in deze dagen vooral moeten uitblinken in het verenigen, inspireren en bemoedigen van ons volk. Dit betekent dat de leiders voor moeten gaan in het tonen van inzet en optimaal in verbinding moeten staan met hun gemeenschap. Het verenigen van de vele hoofden en nog meer zinnen achter de ontwikkelingstaken en het inzetten van allen die iets kunnen bijdragen, zullen de wapenen zijn waarmee deze strijd gestreden zal moeten worden, op alle niveaus. Iedereen die dus op welke plaats dan ook leiderschap claimt, zal deze kwaliteiten in zichzelf moeten versterken.
Op het volk rust de verantwoordelijkheid om zich leiders te kiezen die het grootste aantal van de voor deze tijd noodzakelijke kwaliteiten in zich verenigen. We spreken over: eerlijke motivatie, intelligentie, inzicht in de situatie, durf en de kwaliteit om mensen te inspireren en te scharen achter gemeenschappelijke belangen en nationale doelen.
In een andere bijdrage zal nader worden ingegaan op de uitwerking van de hier genoemde kernpunten. Uw bijdrage aan het aanscherpen van deze kernproblematiek en sleutelmaatregelen is bijzonder welkom.
3 opmerkingen:
De discussie over dit soort zaken krijg nog veel te weinig aandacht in politieke partijen, de Nationale Assemblee en de media. Hopelijk komt daar gauw verandering in.
Het blijft grappig om te horen, te lezen en te zien dat er in wezen al sinds het begin van de zelfstandigheid van Suriname kort na de tweede oorlog er inhoudelijk niets in de retoriek en de wensen van politici is veranderd. Daar politici de (in)vertegenwoordigers zijn van het volk, is dit ook logisch. Immers is er van al de grote doelstellingen nog niet veel gerealiseerd. Je kan vele analyses doen om tot allerlei conclusies te komen waarom dit zo is. Dit heeft natuurlijk alleen zin als er ook op een volwassen manier met deze conclusies wordt omgegaan. Helaas mag je, gezien de nationale reacties op economische zelfvernietigingsacties, de conclusie trekken dat vooralsnog de politiek dit volwassen stadium nog niet bereikt heeft.
Mooi voorbeeld van zo'n economische zelfvernietiging:
Al sinds eind jaren 70 is bekend dat de bauxietvoorraaden in het bakhuysgebergte van inferieure kwaliteit zijn. Begin jaren 80 zijn de plannen tot de ontwikkeling van deze reserves danook stopgezet. Geheel onterrecht is dit toegewezen aan de "nationalistische retoriek" van het toenmalig militair gezag. Midden jaren 80 is er, om een alternatief te hebben voor de Coermotibo bauxiet, opniew door de Suralco naar de bakhuys reserves gekeken. Ook zij konden er geen geld aan verdienen. Komt het moment dat de al ontwikkelde reserves opraken en er alternatieven gevonden moeten worden. Anders is het natuurlijk sluiten van de Paranam raffinaderij met alle gevolgen van dien. Intensieve studies wijzen op een economisch en technisch haalbaar model wat onder andere inhoud het ambitieuze plan om zowel de Corantijn als de Suriname rivier uit te baggeren. Wel dient de staat Suriname bij te dragen in het geheel. En op dit moment komt de onvolwassenheid van de politiek naar boven. "Onacceptabel, mandaat halen" en meer van dit soort feitelijk ononderbouwde uitspraken volgen uit de monden van de hoogste vertegenwoordigers van de staat. Met als gevolg dat het plan, de continuering van de bauxietindustrie van Suriname met inferieure bauxiet, niet door gaat.
Alternatieven blijven vooralsnog uit. Onderhandelen doe je altijd aan de hand van reele scenario's en niet zoals nu blijkt op grond van eventuele opties.
Het lichtpunt is wel dat hierdoor de gevolgen van de wereldrecessie veel harder zullen aankomen dan noodzakelijk. Met een importdekking van ca 4 maanden, geen inkomsten uit de bauxietsector, minimale tot geen inkomsten uit de olie industrie kan de natie haar hard ophalen nog voor de pasen begint. Dan zal zij eindelijk beseffen dat het echt tijd is voor verandering en wordt er voor eens en voor altijd (hopelijk) afgerekend met de onvolwassen emotionele manier van besturen.
......... er inhoudelijk niets in de retoriek en de wensen van politici is veranderd. Daar politici de (in)vertegenwoordigers zijn van het volk, is dit ook logisch. Immers is er van al de grote doelstellingen nog niet veel gerealiseerd..........
Het klopt. Ook de volgende generatie politici blijft met deze vraagstukken zitten als er niet duidelijk vooruitgang wordt geboekt bij de aanpak. Er is meer dat ons in de weg staat dan de werkwijze bij onderhandelingen en ik vermoed dus dat de pogingen van veel mensen in en buiten de politiek om vorderingen te maken op deze gebieden zal blijven voortgaan. Ik hoop het ook.
Een reactie posten