21 mei 2011

Toespraak ter gelegenheid van 145 jaar parlement in Suriname.

Wat wij vandaag herdenken is dat in ons land Suriname 145 jaar geleden de eerste stap werd gezet op de weg van democratisering van onze samenleving.
Het begon met een volksvertegenwoordiging die maar een heel klein deel van het volk echt vertegenwoordigde. Slechts degenen die betaalden, mochten mee bepalen. Toch was het duidelijk wel een eerste stap. Later, nadat het capaciteitskiesrecht werd ingevoerd, werd het aantal burgers dat mocht meebeslissen wie in het college kwam wel iets, maar niet veel groter. Het ging slechts om enkele procenten van de samenleving die mochten meedoen en bovendien waren grote gebieden van het land geheel uitgesloten. Ook deze stap kan worden gezien als een verbreding van de basis van de volksvertegenwoordiging, hoewel nog steeds een belangrijk deel van de leden door de gouverneur werd benoemd.

Ten slotte kregen we na de tweede wereldoorlog, waarin onze kleine Surinaamse samenleving een wezenlijke bijdrage leverde, zowel met mensen als materiaal, in 1949 algemeen kiesrecht.  Vanaf dat moment mocht Iedereen stemmen om de leden van de nationale volksvertegenwoordiging te kiezen. Er werd daarmee een belangrijke stap gezet naar verdere democratisering van de samenleving en als ik de verslagen mag geloven werd er door velen in ons land hiervan erg veel verwacht voor de vestiging van een welvarende samenleving, met ruimte voor alle groepen.

 Heeft het ons gebracht wat Suriname er toen van verwachtte?
Terugkijkend, kunnen we vaststellen dat de weg langer en moeilijker is gebleken dan voorzien, maar we kunnen met zekerheid zeggen, dat de volksvertegenwoordiging in de verschillende fasen van onze historie sinds 8 mei 1866, haar rol duidelijk heeft gespeeld in onze samenleving.
Er waren ups en downs. Hoogtepunten zoals Statuut en onafhankelijkheid, maar ook de momenten waarop het allemaal niet zo goed ging met onze democratie in ontwikkeling. We maakten kennis met verkiezingsgeweld en hebben op de rand gestaan van burgeroorlog over de onafhankelijkheid. Eén  volksvertegenwoordiger hakte toen de knoop door. Hoewel we op dit moment nog van mening kunnen verschillen over de waarde van die bijdrage, blijft het feit dat vanwege de actie van een volksvertegenwoodiger, we op dat moment in onze geschiedenis meer gewelddadige conflicten hebben vermeden.
Naast de problemen die er waren rondom verkiezingen, kregen we ook de tijd dat het parlement gedurende een periode buiten spel werd gezet in de jaren tachtig. Gelukkig bereikten we relatief snel ook weer het moment dat via een zogenoemde overgangsassemblee, met personen die werden afgevaardigd uit maatschappelijke groepen, de eerste stappen werden gezet naar terugkeer van de mogelijkheid voor het volk van Suriname, om volksvertegenwoordigers te kiezen in vrije en geheime verkiezingen. Deze Assemblee, bereidde ook de nieuwe Grondwet voor. Een Grondwet met een nieuwe visie, voor verder gaande democratie dan voorheen, want niet alleen kwam de mogelijkheid terug om nationale vertegenwoordigers te kiezen, maar tegelijkertijd kwam een nieuwe ontwikkeling binnen ons democratisch bestel.  Voor het eerst in de geschiedenis konden ook regionaal, in de districten en ressorten, volksvertegenwoordigers worden gekozen.

 Het was een eerste stap naar meer verantwoordelijkheid en meer macht voor Surinamers over hun eigen leefomgeving. Een historisch moment, maar ook de verwerkelijking van déze visie zou meer tijd en meer inspanning vergen dan het herschrijven van onze Grondwet. We zijn er in feite nog niet, het proces is nog steeds aan de gang, hoewel we in de jaren sinds 1987, langzaam de regionale volksvertegenwoordiging hun plaats hebben zien innemen. We staan nog slechts aan het begin van werkelijke decentralisatie van de macht, werkelijk lokaal bestuur. Hoewel niet iedereen zich kon en kan verenigen met de wijze waarop vanaf 1987 de volksvertegenwoordiging via een districtenkiesstelsel werd gekozen, kunnen we vandaag als we in deze zaal rondkijken vaststellen dat in geen andere tijd de volksvertegenwoordiging een zo getrouwe weerspiegeling was van al de groepen in onze samenleving. Dit is zeker een vooruitgang en biedt meer garanties voor de vreedzame behartiging van belangen en meer kans op een sociaal duurzame samenleving. Bijna iedereen is hier. De enige nog voortdurende schrijnende wanverhouding vinden we in de ondervertegenwoordiging van vrouwen in ons Parlement.
Dit is het punt dat we hebben bereikt nadat 145 jaar geleden de eerste vergadering van de volksvertegenwoordiging in de kolonie Suriname werd gehouden. Hier staan we nu en we kijken in vogelvlucht terug op de rol die onze voorgangers hebben gespeeld, op cruciale momenten. Het valt op dat het degenen zijn die heelden, die bruggen sloegen en zich uiteindelijk boven conflicten konden stellen, in onze herinnering blijven als markante personen. We kunnen ons dan afvragen wat de bijdrage van onze generatie zal moeten zijn, welke taken heeft onze volksvertegenwoordiging nu, wat is onze opdracht?

Decentralisatie
Er moet op dit vlak nog veel gebeuren. Ons land zal nu 145 jaar na het voorzichtige begin van een volksvertegenwoordiging, nu eindelijk politiek bestuurlijk zo moeten worden ingericht, dat echte decentralisatie mogelijk wordt. Waar zijn onze steden en onze dorpen, met hun lokale besturen en vertegenwoordiging?  Ze bestaan nog niet bij wet. We kennen ze tot vandaag nog niet in ons bestuurlijk systeem. Suriname heeft nog geen stad. Onze hoofdstad is een district , we kennen alleen geografische aanduidingen voor woonplaatsen van burgers en dit heeft vergaande, maar nog niet altijd besefte gevolgen voor het leven van alle dag en de moeilijkheden die we ondervinden bij het oplossen van vele vraagstukken, van grondenrechtenproblematiek, het brengen van onderwijs in alle gebieden tot het innen van belastingen. De volksvertegenwoordiging heeft hier de taak om wat dit betreft die stappen te helpen zetten die lokaal bestuur mogelijk maken en het decentralisatieproces een duidelijke richting kunnen geven.
Vertegenwoordiging van beide geslachten
Als DNA volgens onze Grondwet de soevereine wil van heel het volk tot uitdrukking brengt, dan is hier een taak , waaraan nog invulling moet worden gegeven, een ontwikkeling van onze volksvertegenwoordiging die nog moet worden verwezenlijkt. Als welke etnische groep dan ook, in Suriname zo slecht vertegenwoordigd zou zijn in het bestuurlijke, hadden we de grootste maatschappelijke onrust kunnen verwachten. Hoewel de excessen die in sommige gemeenschappen voorkomen vreemd zijn aan onze samenleving, is de ongelijkheid van de ene mens ten opzichte Van de andere wat betreft de beide geslachten, ook in Suriname nog schrijnend.
Versterking van ons instituut, De Nationale Assemblee, in het algemeen.
Sterke instituten waarin de samenleving vertrouwen heeft zijn een voorwaarde voor een duurzame, goed ontwikkelde samenleving. De eerste opdracht aan de leden die geroepen zijn om hier te dienen in deze zittingsperiode, is daarom dit instituut van ons volk te versterken en het vertrouwen in de werking ervan te vergroten, want zonder het vertrouwen van de samenleving kunnen we het werk voor die samenleving niet succesvol doen. Het bijzondere aan deze taak is dat het niet kan worden bereikt door leden van de een of andere fractie, van de regeercoalitie of oppositie. Het kan alleen worden bereikt, als alle fracties, alle leden bereid zijn te werken aan versterking en verheffing van dit instituut, ons parlement, De Nationale Assemblee. Wat de een fout doet straalt af op de andere. Wat goed gedaan wordt, zal allen verheffen en versterken. Dit geldt voor mij en voor allen die vandaag hier mogen dienen. Ons werk bestaat voor een groot deel uit de botsing van ideeën. Laat dit gebeuren op een manier die onze DNA versterkt en niet verzwakt.

Toekomst
We gaan de toekomst tegemoet in een wereld die wankelt op haar economische en politieke grondvesten en het zal niet gemakkelijk zijn om een samenleving te scheppen, waarin meer welzijn heerst. Er zal hard moeten worden gewerkt, veel gestreden. Deze strijd is niet tegen anderen in onze gemeenschap en ook niet eens met een externe vijand, maar vooral tegen dat wat in ons ligt dat ons hindert om te zeggen wat waar is en om te doen wat recht is, het is de strijd voor meer solidariteit, meer gemeenschapszin, minder corruptie en minder kort termijn denken. In deze strijd moet de volksvertegenwoordiging voorgaan, als een sterk instituut dat elke regering de nodige ondersteuning kan bieden voor de uitvoering van programma’s, maar ook kritisch en zakelijk haar controle taken kan uitvoeren, in het belang van de natie.

We zullen een bijdrage moeten leveren in de opheffing van ongelijkheid van burgers in onze samenleving, de bescherming van onze kinderen en de garanties helpen scheppen dat wij zelf en generaties na ons in ons land Suriname, nog kunnen leven van wat de natuur ons biedt. Wat we hebben aan natuurlijke rijkdom is niet van ons. We hebben het geleend van onze kinderen en dat vergeten we maar al te vaak. We moeten het beheren en de volksvertegenwoordiging heeft daarin een rol te vervullen.

Er is nog veel te doen om in ons land een in alle opzichten duurzame samenleving te vestigen. De omstandigheden zijn niet geheel gunstig, maar elke generatie heeft zo zijn uitdagingen. Er is maar één eis die steeds weer aan ons wordt gesteld door onze samenleving: we moeten eerlijk ons best doen en zorgen dat we ons werk beheersen. Wij die vandaag gekozen zijn om dit pad van ontwikkeling naar een volwassen democratie voort te zetten, die werkt in het voordeel van onze gemeenschap, moeten ons werk serieus oppakken en met durf en enthousiasme arbeiden, maar vooral met het inzicht dat wij hier allen een plek onder de zon moeten hebben, dat wij moeten werken voor het geluk van onszelf en ook van de ander. Voor ons aller welzijn.